Midden in de nacht schudde E. me wakker: “Betty, luister!”
Normaal gesproken ben ik niet wakker te krijgen, maar nu was ik meteen alert. Kribbig vroeg ik wat er aan de hand was. Ik lijd aan een stevig ochtendhumeur, maar stoor me in mijn nachtrust en de rapen zijn gaar.

“Stttt!”.
Hmm, er was dus serieus iets aan de hand. Mijn gedachten schoten meteen naar een rampscenario. Liep er een inbreker rond in ons huis? Ik verkrampte. Oh god, we gingen eraan!
“Hoor je het?”, fluisterde hij. Ik luisterde. Geen gemorrel, geen geschuifel, niets.

Ik was bijna klaar om weer terug mijn slaap in te glijden. Maar ineens: Getrippel. Het leek op het geluid van een kauw die over ’t dak liep. Het vergaat van de kauwen hier in de wijk. Niet bepaald mijn lievelingsvogels. Ze schijnen het leuk te vinden om rond te sjouwen met de eikels die in dit jaargetijde en masse uit de bomen voor ons huis vallen. Dus een kauw liep zich te vervelen op het dak en daarom moest ik wakker worden?

“Dit bedoel ik nou!” zei E. triomfantelijk. “Muizen!” Hij wees naar het voeteneinde van het bed: “Daar! In die hoek.” Tien lange, angstige seconden was ik ervan overtuigd dat er in het hoekje van de kamer een muis zat met een demonische grijns op zijn gezicht, klaar om ons te bespringen.

Toen hoorde ik het weer. “Nee man,” zei ik opgelucht, “het komt van de zolder.” Het leek erop dat een muis gezellig op en neer rende en met een balletje speelde.
“Dit is het geluid dat ik vroeger altijd hoorde in Tietjerk,” fluisterde E opgewonden. “Ze zitten tussen de vloer en het plafond.” Deze info vond ik niet echt geruststellend. Muizen die tussen de muren renden? In ons huis? Dit kon ik niet handelen.

“Morgen ga je gif halen!” siste ik. Ik had echt geen zin om samen te wonen met een muis. Als we het beestje een kans gaven, zou er binnen de kortste keren een muizenfamilie van mythische proporties op de zolder wonen. Ik ben best een dierenvriend, mits ze aaibaar zijn en hun plaats kennen. En de plaats van muizen is buiten. Binnen hebben ze niets te zoeken.

Over buitendieren gesproken: dit geldt ook voor spinnen. De spin die de fout maakt om mijn huis te betreden, kan erop rekenen dat zijn laatste dag is aangebroken. En ik discrimineer niet, een spin is een spin. Dus ook de ieniemienie exemplaren. Een spin groter dan de top van mijn duim wacht een verschrikkelijk lot: verstikking in de stofzuigerzak. Ik wil namelijk niet dichter dan een meter bij zo’n monster komen. Wat dat betreft prijs ik me gelukkig met E. Hij is de spinnenkiller en ik gil op afstand.

Toen ik nog geen relatie had, woonde ik in een appartement op drie hoog. En tóch vonden spinnen hun weg naar boven. Ik herinner me een incident waarbij ik nietsvermoedend de woonkamer in liep en een stevig exemplaar zag dat op de muur zat te chillen. Groot lijf, harige poten, the works. Ik vluchtte de kamer uit en ging hyperventilerend op bed zitten. Zolang die spin in de woonkamer zat, was de kans dat ik daar rustig op de bank kon zitten nul.

Ik besloot om het monster te lijf te gaan met de stofzuiger. Ik had maar één kans, want een rennende spin is een horrorfilm. Als deze missie mislukte, zou ik helaas moeten verhuizen.
Met trillende handjes liep ik de kamer binnen, de stofzuiger loeide al op de hoogste stand. Ik richtte de stang op de spin en zoog hem op. Voor de zekerheid liet ik hem nog 5 minuten doorrazen en propte toen een flink stuk papier in de stang. Zo, die zou niet meer ontsnappen! Voor het gemak vergat ik maar even het schijnbare feit dat spinnen altijd met tweeën zijn. Want: wat je niet ziet, bestaat niet!

Mijn spinnenangst geldt overigens ook voor nepspinnen. Laatst liep ik langs een huis waar de bewoners in het kader van Halloween decoratieve spinnen van ruim een meter doorsnede tegen de gevel hadden geplakt. Ik begrijp dat dus niet. Wat is er mis met een stapel pompoenen en skeletten voor de deur?

Oh, nog even over die muis. E draaide zich om en snurkte na maximaal 5 minuten alweer. Maar ik lag dus nog zeker een uur gespannen in bed te luisteren naar het beestje dat zich schijnbaar nog steeds geweldig vermaakte boven onze hoofden. Het is bij deze ene nacht gebleven. De muis is inmiddels vertrokken. Er zijn geen keutels aangetroffen, dus ik denk dat het een eenmalig bezoek was. Maar mocht je dit lezen Mr. or Mrs. Muis: het vergif ligt klaar.